De 'Bijbel in gewone taal' is een vertaling uit het Hebreeuws en Grieks in gewoon Nederlands, zodat iedereen kan ervaren wat de bijbel mensen van nu te zeggen heeft. Anneke de Ruiter van boekhandel De Rank vertelt: "Vooral de eerste dagen liep het hier storm. De eerste druk is alweer uitverkocht. We verkopen hem vooral aan mensen, die al gewend zijn uit de bijbel te lezen. Hij is niet echt bedoeld om in de kerken uit voor te lezen. Daar is de NBV beter voor geschikt."
Ook bij Boekhandel Bos gaat het goed met de verkoop: "Het loopt heel goed. De meeste mensen, die hem kopen, hebben waarschijnlijk al een of meerdere bijbels thuis. De 'Bijbel in gewone taal', kopen ze vaak om teksten te vergelijken. Veel kerken zijn tien jaar geleden overgestapt op het lezen uit de Nieuwe Bijbelvertaling. Ik denk niet dat de 'Bijbel in gewone taal' daar veel voor gebruikt gaat worden. Het taalgebruik is daarvoor waarschijnlijk te eigentijds. Kerken zijn daarmee vaak wat voorzichtig. Toch hebben we weinig kritische opmerkingen gehoord en hebben we de 'Bijbel in gewone taal' verkocht aan allerlei mensen: van theologen tot gewone kerkgangers of gewoon nieuwsgierige mensen."
Ook bij Boekhandel Bos gaat het goed met de verkoop: "Het loopt heel goed. De meeste mensen, die hem kopen, hebben waarschijnlijk al een of meerdere bijbels thuis. De 'Bijbel in gewone taal', kopen ze vaak om teksten te vergelijken. Veel kerken zijn tien jaar geleden overgestapt op het lezen uit de Nieuwe Bijbelvertaling. Ik denk niet dat de 'Bijbel in gewone taal' daar veel voor gebruikt gaat worden. Het taalgebruik is daarvoor waarschijnlijk te eigentijds. Kerken zijn daarmee vaak wat voorzichtig. Toch hebben we weinig kritische opmerkingen gehoord en hebben we de 'Bijbel in gewone taal' verkocht aan allerlei mensen: van theologen tot gewone kerkgangers of gewoon nieuwsgierige mensen."
Buitenstaanders
De 'Bijbel in gewone taal' is volgens prof. Dr. Rob van Houwelingen van de Theologische Universiteit aan de Broederweg vooral geschikt voor jongeren en 'buitenstaanders'. Hij zat in het hoofdbestuur van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) en boog zich toen onder meer over de vraag welke Godsnaam gebruikt moest worden. "Dat werd een behoorlijke discussie, maar uiteindelijk is gekozen voor 'HEER'. Dat resulteerde wel in een bladwijzer in de bijbel, waarop staat vermeld, dat de lezer daar zelf ook een andere naam mag lezen, zoals JHWH, Heere, Here of Eeuwige."
Ook voor de 'Bijbel in gewone taal' zijn vertaalkeuzes gemaakt. Anneke Rietberg van De Rank noemt als voorbeeld de bekende spreuk 'hoop, geloof en liefde', die is vertaald met 'hoop, vertrouwen en liefde', maar ook woorden als genade en goedertierenheid zijn vervangen. Rietberg: "Daardoor missen mensen vaak wel het oude taalgebruik en kopen zij de bijbel vooral als extraatje."
Direct
De definitieve versie van de 'Bijbel in gewone taal', heeft Van Houwelingen nog niet gelezen, maar hij kreeg wél een proefexemplaar onder ogen. "Het taalgebruik is heel direct. Zo heb ik het laatste hoofdstuk van Prediker voorgelezen bij de buluitreiking van onze studenten. Daarin staat in oudere vertalingen veel beeldspraak, die door eigentijdse taal is vervangen." Volgens van Houwelingen is het belangrijkste van vertalingen, dat iedereen begrijpt wat hij of zij leest. "Ik heb niet zoveel met oud taalgebruik. Iedere vertaling heeft voor- en nadelen. Mijn studenten bestuderen de bronteksten van de bijbel: Hebreeuws en Grieks. Dat zijn de oorspronkelijke teksten zijn. Zij behoren niet tot de doelgroep van deze nieuwe bijbel, maar we vergelijken vertalingen wel met die bronteksten om te ontdekken welke keuzes zijn gemaakt om het Woord van God begrijpelijk aan de mensen van nu over te brengen."
Luxeprobleem
Met gemak somt Van Houwelingen tien vertalingen op, die in Nederland voor handen zijn: van Statenvertaling tot de Groot Nieuws Bijbel en van de Naardense Bijbel tot de Willibrordvertaling. "Als westerse christenen hebben we wat dat betreft een luxeprobleem. Er zijn namelijk nog steeds mensen op de wereld, die de bijbel nog niet in hun moedertaal kunnen lezen. Dat is een schrijnend contrast met Europa. Vroeger hadden we in Nederland alleen de Statenvertaling en toen dacht iedereen, dat dát het Woord van God was, terwijl die ook een vertaling was van de grondtekst. Het belangrijkste is, dat mensen begrijpen wat ze lezen. Daarom is het Nieuwe Testament ooit in het Grieks geschreven. Dat was toen de wereldtaal, net als nu het Engels."
De 'Bijbel in gewone taal' gaat als warme broodjes van de toonbank. Hoogleraar Rob van Houwelingen van de TU Kampen – die meewerkte aan de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) – vindt het belangrijk dat een bijbel de taal van gewone mensen spreekt. Volgens het NBG is gewone taal, de taal die iedereen gebruikt om iets te vertellen of uit te leggen. Dat uit zich onder meer in woorden die iedereen kent, begrijpelijke beeldspraak, maar ook is er een uitleg van bijbelse termen.
Tekst en beeld: Jeroen Kanis
De 'Bijbel in gewone taal' is volgens prof. Dr. Rob van Houwelingen van de Theologische Universiteit aan de Broederweg vooral geschikt voor jongeren en 'buitenstaanders'. Hij zat in het hoofdbestuur van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) en boog zich toen onder meer over de vraag welke Godsnaam gebruikt moest worden. "Dat werd een behoorlijke discussie, maar uiteindelijk is gekozen voor 'HEER'. Dat resulteerde wel in een bladwijzer in de bijbel, waarop staat vermeld, dat de lezer daar zelf ook een andere naam mag lezen, zoals JHWH, Heere, Here of Eeuwige."
Ook voor de 'Bijbel in gewone taal' zijn vertaalkeuzes gemaakt. Anneke Rietberg van De Rank noemt als voorbeeld de bekende spreuk 'hoop, geloof en liefde', die is vertaald met 'hoop, vertrouwen en liefde', maar ook woorden als genade en goedertierenheid zijn vervangen. Rietberg: "Daardoor missen mensen vaak wel het oude taalgebruik en kopen zij de bijbel vooral als extraatje."
Direct
De definitieve versie van de 'Bijbel in gewone taal', heeft Van Houwelingen nog niet gelezen, maar hij kreeg wél een proefexemplaar onder ogen. "Het taalgebruik is heel direct. Zo heb ik het laatste hoofdstuk van Prediker voorgelezen bij de buluitreiking van onze studenten. Daarin staat in oudere vertalingen veel beeldspraak, die door eigentijdse taal is vervangen." Volgens van Houwelingen is het belangrijkste van vertalingen, dat iedereen begrijpt wat hij of zij leest. "Ik heb niet zoveel met oud taalgebruik. Iedere vertaling heeft voor- en nadelen. Mijn studenten bestuderen de bronteksten van de bijbel: Hebreeuws en Grieks. Dat zijn de oorspronkelijke teksten zijn. Zij behoren niet tot de doelgroep van deze nieuwe bijbel, maar we vergelijken vertalingen wel met die bronteksten om te ontdekken welke keuzes zijn gemaakt om het Woord van God begrijpelijk aan de mensen van nu over te brengen."
Luxeprobleem
Met gemak somt Van Houwelingen tien vertalingen op, die in Nederland voor handen zijn: van Statenvertaling tot de Groot Nieuws Bijbel en van de Naardense Bijbel tot de Willibrordvertaling. "Als westerse christenen hebben we wat dat betreft een luxeprobleem. Er zijn namelijk nog steeds mensen op de wereld, die de bijbel nog niet in hun moedertaal kunnen lezen. Dat is een schrijnend contrast met Europa. Vroeger hadden we in Nederland alleen de Statenvertaling en toen dacht iedereen, dat dát het Woord van God was, terwijl die ook een vertaling was van de grondtekst. Het belangrijkste is, dat mensen begrijpen wat ze lezen. Daarom is het Nieuwe Testament ooit in het Grieks geschreven. Dat was toen de wereldtaal, net als nu het Engels."
De 'Bijbel in gewone taal' gaat als warme broodjes van de toonbank. Hoogleraar Rob van Houwelingen van de TU Kampen – die meewerkte aan de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) – vindt het belangrijk dat een bijbel de taal van gewone mensen spreekt. Volgens het NBG is gewone taal, de taal die iedereen gebruikt om iets te vertellen of uit te leggen. Dat uit zich onder meer in woorden die iedereen kent, begrijpelijke beeldspraak, maar ook is er een uitleg van bijbelse termen.
Tekst en beeld: Jeroen Kanis